Trompet
’Jaaa…….??’ Nooit meer heb ik zó lang en gespannen op een cue gewacht. Met knikkende
knieën, een kale kop en een veel te groot jacquet kwam ik achter het middendoek
tevoorschijn. Het ergst was nog het lachsalvo dat opklonk; ik had het liefst rechtsomkeert
gemaakt. Maar na de eerste zin, ’Môge, meneer! Meneer heeft gebeld, naar ik meende
te vernemen,’ liep alles vanzelf.
Het was 2 mei 1963, de grote avond van de middelbare school in de stadsgehoorzaal
van Vlaardingen, met bal na. De grote leegte na onze voorstelling werd opgevuld door
de Riverside Jazzband. Wat had ik een bewondering voor de trompettist!
Enkele maanden eerder al had ik de Dutch Swing College Band ontdekt:
mijn eerste singeltje, Wilhelm Tell, met Oskar Klein op trompet.
Ik wist het nu zeker: dát wilde ik ook!
’Zonder onvoldoendes over,’ was het antwoord van mijn vader,
’dan valt er over te praten.’
22 Jaar later, in december 1985, gaat de telefoon: Peter Schilperoort, leider van de
Dutch Swing College Band. Of ik meega op een grote tournee met de band door
Australië, de Filippijnen, Hongkong en Singapore…
De cirkel was rond, een jongensdroom kwam uit.
Anno 2003 durf ik te concluderen dat de trompet de rode draad in mijn leven is:
de oorzaak van contacten, verre reizen en gebeurtenissen die mijn levensloop hebben
bepaald. En dan te bedenken dat ik die zomer, 40 jaar geleden, op mijn eindrapport
tóch een 5 had voor Frans…
Ik ben mijn vader nog altijd dankbaar
voor deze inconsequentie.
Koos van der Hout